Numéro 1

1062 september 21
type
Économique
Partager ce certificat

Bref résumé

(Le roi Henri IV confirme la donation par Otto, margrave de Thuringe, et son épouse Aleid de leurs biens à Weert et Dilsen au chapitre de Saint-Servaas à Maastricht en échange de trois cents livres d'argent et de l'usufruit d'Oijen, Mechelen-aan-de-Maas, Meeswijk et Hees..

Texte latin de la charte

(C) In nomine sancte et individue Trinitatis.

Heinricvs, divina favente clementia rex.

Notum sit omnibus Christi nostrique fidelibus tam futuris quam presentibus qualiter marchio Otto de Thuringia eiusque uxor Adela tale predium quale habuerunt in villis Werta, Thilesna in nostra nostrorumque fidelium presentia, scilicet Annonis, Coloniensis archiepiscopi, Diedwini, Leodiensis episcopi, Friderici, ducis, Godefridi, marchionis, Lamberti, comitis de Brusela, filiorumque suorum, Winrici de Wivsehel et aliorum multorum cum omnibus appendiciis suis, hoc est utriusque sexus mancipiis, areis, ędificiis, ęcclesiis, terris, cultis et incultis, agris, pratis, pascuis, campis, silvis, venationibus, aquis aquarumque decursibus, piscationibus, molis, molendinis, viis et inviis, exitibus et reditibus, quesitis et inquirendis, ac cum omni utilitate quę ullomodo inde provenire potest ad ęcclesiam Sancti Servatii in Traiecto ad usumb confratrum ibidem Deo sanctoque Servatio famulantium tradiderunt, hac conditione ut nullius prepositi ditioni subiaceat, sed decanus consilio fratrum cui voluerit de fratribus et qui idoneus ad hoc inventus fuerit, committat. Pro quo idem marchio Otto eiusque coniunx Adela trecentas libras argenti a predictis fratribus acceperunt atque in precaria IIII villas, Oya, Mahlen, Masewig, Hese, ad eorundem fratrum prebendam pertinentes, ea scilicet conditione ut post obitum illorum ad pristinam possessionem, hoc est ad usum fratrum, redirent et ne quis advocatiam prefati predii sibi vendicare presumeret, nisi quem ipsi fratres communi consilio eligerent. Hanc igitur traditionem eiusdem Ottonis, marchionis, suęque contectalis Adele assensu ac peticione supradictę Traiectensi ęcclesię ad usum fratrum nostra regia potestate confirmavimus et corroboravimus, ea videlicet ratione ut, si quis huic traditioni sive confirmationi in aliquo reniti voluerit, mille libras auri regię persolvat potestati.

Et ut hec traditio vel confirmatio stabilis et inconvulsa omni permaneat ęvo, hanc cartam inde conscribi manuque propria, ut subtus cernitur, corroborantes sigilli nostri impressione iussimus insigniri.

Signum domni Heinrici quarti regis. (M)

Fridericvs, cancellarius, vice Sigefridi, archicancellarii, recognovi.

Data est XI kalendas octobris anno dominicę incarnationis M LXII, indictione XV, anno autem ordinationis domni Heinrici quarti regis VIII, regni vero V.

Actum in silva, Ketela dicta, in Dei nomine feliciter amen.

Traduction en néerlandais

Koning Hendrik maakt bekend dat Otto, markgraaf van Thüringen, en zijn echtgenote Aleid in aanwezigheid van hem en zijn getrouwen, namelijk Anno, aartsbisschop van Keulen, Dietwijn, bisschop van Luik, Frederik, hertog, Godfried, markgraaf, Lambert, graaf van Brussel, van diens zonen, van Winrik van Visé en vele anderen, een landgoed hebben overgedragen aan de Sint-Servaaskerk te Maastricht ten bate van de broeders die daar tot God en de heilige Servaas bidden. Dit landgoed hadden Otto en Adela in de dorpen Weert en Dilsen met alle toebehoren, namelijk de onvrijen van beide geslachten, hoeven, gebouwen, kerken, gronden, bebouwd en onbebouwd, akkers, weiden, velden, bossen, jachtrechten, wateren en waterlopen, visserijen, molens, begaanbare en onbegaanbare wegen, inkomsten en opbrengsten, belastingen en heffingen en met ieder nut dat op enige wijze daaruit kan voortkomen. Voorwaarde bij deze overdracht is dat geen enkele proost hierover zeggenschap heeft, maar dat de deken dit op advies van de broeders toevertrouwt aan de broeder die hiervoor geschikt zal zijn bevonden. Daarvoor hebben Otto en Aleid driehonderd pond zilver van de broeders ontvangen; de vier dorpen die tot de prebende van de broeders behoren, namelijk Oijen, Mechelen, Meeswijk en Hees, hebben ze in vruchtgebruik ontvangen zodat die dorpen na hun dood naar hun vroegere eigenaren terugkeren, dus ten bate van de broeders, en dat niemand de voogdij van het voornoemde landgoed mag opeisen, behalve degene die door de broeders in hun gemeenschappelijke vergadering is gekozen. Hendrik heeft deze overdracht met instemming van Otto en Aleid en op verzoek van de Sint-Servaaskerk tot gebruik van de broeders bevestigd en bekrachtigd met zijn koninklijk gezag en wel zo dat al wie zich tegen deze overdracht of bevestiging zal verzetten, duizend pond goud aan de koninklijke schatkist zal moeten betalen.

Hendrik heeft deze oorkonde eigenhandig bekrachtigd door het indrukken van zijn zegel.

Ondertekening door koning Hendrik IV.

Frederik, kanselier, heeft de echtheid bevestigd uit naam van Siegfried, aartskanselier.

Gegeven op 21 september 1062, gedaan in Silva Ketela.

Personnes mentionnées
Aleid, echtgenote van Otto, markgraaf van Thüringen
Anno, aartsbisschop van Keulen
Dietwin, bisschop van Luik
Frederik, hertog
Frederik, kanselier van Hendrik IV, rooms-koning
Godfried, markgraaf
Lambert, graaf van Brussel
Sint-Servaaskerk te Maastricht
Sint-Servaaskapittel te Maastricht
proost van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht
Otto, markgraaf van Thüringen, echtgenoot van Aleid
Siegfried, aartskanselier van rooms-koning Hendrik IV
Winrik, van Visé
Hendrik IV, rooms-koning en vanaf 1084 keizer als Hendrik III, echtgenoot van Berta
Lieux mentionnés
Dilsen
Hees
Malines-sur-la-Meuse
Meeswijk
Oijen
Silva Ketela
Weert
Edition
Geertrui Van Synghel
Le texte suivant ne sera pas traduit lorsqu'une autre langue est sélectionnée
Partager ce certificat

partenaires

donateurs

La Famille Beijer
2025 WaarvanAkte.eu, une initiative de la Fondation Limburgse Oorkonden
Créé par Hive Collective