Bref résumé
Adam van Amby, chevalier, transfère avec le consentement de ses enfants Jan, Waltelm, Agnes et Catharina une ferme sur le territoire de Borgharen au directeur et au couvent du monastère de Sint-Gerlach à Houthem. Le chevalier Adam a également stipulé que ses descendants, qui maintiendraient cette ferme en usage après le transfert et paieraient des cijns sur celle-ci, seraient en plus redevables d'une rente annuelle de deux marks colonais. Ils devront s'en acquitter lors du service commémoratif organisé le jour anniversaire de sa mort. Si ses descendants manquent à leurs obligations, l'administrateur et le couvent pourront prendre possession des terres arables jusqu'à ce qu'ils aient été indemnisés pour le préjudice subi. Dirk II, seigneur de Valkenburg, en assurera le suivi au profit de l'administrateur et du couvent.
Texte latin de la charte
Notum sit universis hoc scriptum visuris quod ego Adam de Ambeie, miles, conpos mei sana mente sanoque corpore ex prehabita deliberatione intendens saluti anime mee cum consensu filiorum meorum et filiarum Iohannis, Waltelmi, Agnetis, Katherine, mansum unum terre arabilis iacentem in territorio de Haren in manus et potestatem prepositi et conventus ecclesie beati Gerlaci, Premonstratensis ordinis, Leodiensis dyocesis, contuli in elemosinam sub hac forma quod post decessum meum successores mei ab ecclesia memorata dictum mansum terre censuali iure tenebunt hereditarie, tali videlicet modo quod quicunque heredum meorum dictum mansum possederint post obitum meum die anniversarii mei prefatis preposito et conventui duas marcas Coloniensium denariorum ad pitanciam eisdem de consilio seniorum fratrum et sororum prout utilius et commodius poterint distribuendas singulis annis perpetualiter amministrabunt. Additur autem huic mee ordinationi talis cautela quod, si iamdicti mei successores in solutione dictarum duarum marcarum negligentes inventi fuerint, prefati prepositus et conventus ecclesie beati Gerlaci premissa monitione quindecim dierum sub testimonio conpetenti de dicta terra se intromittent et conservante eos in possessione Theoderico, domino de Valkenburgh, cum fructuum perceptione terram prenominatam tam diu in sua potestate tamquam bona propria retinebunt quoadusque de solutione dictorum denariorum et dampno et incommodo habito ex negligencia solutionis satisfactum fuerit eis conpetenter. Preterea successores mei iam sepius nominati dictum mansum terre sine assensu et voluntate dictorum prepositi et conventus vendere non poterunt nec ab ecclesia memorata per aliquam aliam obligationem alienare. Prepositus vero et conventus censum prefatum vendendi vel obligandi aut ab ecclesia sua aliquo modo alienandi nullatenus habebunt potestatem.
Premissa autem omnia ut rata maneant et debitam in perpetuum obtineant firmitatem ad petitionem meam: Theoderici, domini de Valkenburgh, domini Engelberti, fratris eius, Leodiensis archidyaconi, Alardi de Hafkisdale et Ade de Haren, militum, sigilla presentibus litteris in testimonium sunt appensa.
Actum et datum apud Valkenburgh, coram dictis Thederico, domino de Valkenburgh, Alardo de Hafkisdale, Adam de Haren et Waltelmo de Here, militibus, anno Domini millesimo ducentesimo quinquagesimo octavo, mense decembri.
Traduction en néerlandais
Adam van Amby, ridder, heeft in het bezit van zijn verstand en gezond van geest en lichaam en na overleg met en met instemming van zijn kinderen Jan, Waltelm, Agnes en Catharina, met het oog op zijn zielenheil een hoeve akkerland in het grondgebied van Borgharen geschonken in handen en bezit van proost en convent van het premonstratenzerklooster Sint-Gerlach, in het bisdom Luik, op voorwaarde dat zijn nakomelingen die dit akkerland na zijn dood erfelijk naar cijnsrecht van het klooster zullen houden, belast zijn met de uitkering van twee mark Keuls bij het jaargetijde van Adam aan proost en convent voor de pitantie, die eeuwig ieder jaar volgens de raad van de oudere broeders en zusters verdeeld moeten worden zoals nuttig en gepast is. Hieraan wordt de voorwaarde toegevoegd dat, als de nakomelingen van Adam in gebreke blijken te zijn in de betaling van de genoemde twee mark, dat dan proost en convent na voorafgaande aanmaningstermijn van vijftien dagen het genoemde land onder competente getuigenis in bezit zullen nemen, waarbij Dirk, heer van Valkenburg, hen in het bezit zal handhaven, met de oogst van de vruchten, en dat zij het voornoemde land net zo lang als eigen goederen in hun bezit zullen houden totdat hun volledige voldoening zal gegeven zijn voor de betaling van de genoemde penningen en voor de schade en het ongemak dat ze hebben gehad door het nalaten van de betaling.
Verder zullen zijn nakomelingen de hoeve land niet zonder de toestemming en wil van proost en convent kunnen verkopen en ook niet van het klooster kunnen vervreemden door enige andere verplichting. Proost en convent echter zullen geen enkele macht hebben om de voornoemde cijns te verkopen of te bezwaren, of op enige wijze van het klooster te vervreemden.
Op verzoek van Adam van Amby hebben bezegeld: Dirk, heer van Valkenburg, heer Engelbert, zijn broer, aartsdiaken van Luik, Alard van Haasdal, Adam van Borgharen, ridders.
Gedaan en gegeven te Valkenburg, in aanwezigheid van Dirk, heer van Valkenburg, Alard van Haasdal, Adam van Borgharen en Waltelm van Heer, ridders, in december 1258.
Nadere toelichting
Lees meerAdam van Amby, ridder, draagt met instemming van zijn kinderen Jan, Waltelm, Agnes en Catharina een hoeve akkerland over in het grondgebied van Borgharen aan proost en convent van het klooster Sint-Gerlach (te Houthem), en bepaalt dat zijn nakomelingen die deze hoeve na zijn dood naar cijnsrecht houden, belast zijn met de uitkering van een jaarlijkse erfrente van twee mark Keuls bij zijn jaargetijde. Indien zij in gebreke blijven, zullen proost en convent zich in het bezit mogen stellen van het land en in het bezit worden gehandhaafd door Dirk II, heer van Valkenburg.
Origineel
A. Maastricht, RHCL, toegangsnr. 14.D003, archief klooster Sint-Gerlach te Houthem, inv. nr. 153, reg. nr. 11. Gelinieerd.
Aantekeningen op de achterzijde: 1° door 13e-eeuwse hand: Bona de Haren. – 2° door laatste kwart 14e-eeuwse hand: M. – 3° door mogelijk 16e-eeuwse hand: [***] sancti Gerlaci, 1258.
Bezegeling: twee dubbel doorgestoken, uithangend bevestigde zegels, die aangekondigd zijn, namelijk: S2 van Engelbert (van Valkenburg), aartsdiaken van Luik, van witte was, beschadigd. – S3 van Alard van Haasdal, ridder, van witte was, beschadigd; en twee bevestigingsplaatsen, vermoedelijk voor de aangekondigde zegels van Dirk II, heer van Valkenburg, en Adam van Borgharen, ridder, (LS1 en LS4). Voor een beschrijving en afbeelding van S2 en S3, zie Venner, ‘Zegels klooster Sint-Gerlach’, respectievelijk 150-151 en 160.
Afschrift
B. 1735, Maastricht, RHCL, toegangsnr. 14.D003, archief klooster Sint-Gerlach te Houthem, inv. nr. 1 (cartularium) = Privelegien ende register der obligatien en andere erffcontracten des adelijcken cloosters van St. Gerlach, p. 128-129, onder de rubriek: Donatio Ade de Ambiie, militis, de uno manso terre arabilis in territorio de Haren, en in de marge: Num. 82, met opgave van vier bezegelingsplaatsen, naar A.
Uitgave
a. Franquinet, Beredeneerde inventaris St. Gerlach, IV, 14-16, nr. 10, naar A.
Regesten
Haas, Inventaris Sint Gerlach, 71, reg. nr. 11. – Idem, Chronologische lijst, 51, reg. nr. 112.
Datering
Het gebruik van paasstijl in het bisdom Luik is verondersteld, zie Camps, ONB I, XXI, en Dillo en Van Synghel, ONB II, XVII.
Ontstaan
Deze oorkonde is geschreven door de dezelfde hand die een paar maanden eerder de oorkonde van proost en convent van het klooster Sint-Gerlach mundeerde, zie infra nr. 13. Deze hand is ook sterk verwant aan de schrijfhand die in 1254 een oorkonde voor de heer van Valkenburg schreef en een schepenoorkonde van Maastricht inzake een geschil waarbij proost en convent van Sint-Gerlach betrokken zijn, zie infra nrs. 9, 10,13 en 14. Deze originelen hebben ook eenzelfde identieke karakteristieke opmaak: de scriptor heeft de oorkondetekst niet op de aangebrachte liniёring geschreven, maar ruim boven deze lijnen.
Tekstuitgave
Het onderscheid tussen c en t is niet goed zichtbaar.
partenaires
donateurs