Numéro 15

1232 april
type
Mentions légales
Partager ce certificat

Bref résumé

L'empereur Frédéric II approuve la distribution des bancs par le prévôt et le chapitre de Saint-Servatius à Maastricht, en attribuant les bancs de Malines et de Tweebergen au prévôt.

Texte latin de la charte

(C) In nomine sante et individue Trinitatis.

Fridericus secundus, divina favente clemencia Romanorum imperator semper augustus, Ierusalem et Sicilie rex.

Si ad promovendum ecclesiarum imperii nostri statum nostra debet favorabilis esse sublimitas, multo favorabilius tranquillo eorum statui providere tenemur que cappelle nostre sunt et imperii speciales.

Universis igitur fidelibus nostris imperii tam modernis quam posteris volumus esse notum quod prepositus et canonici cappelle nostre Sancti Seruati in Traiecto, fideles nostri, tum proposita per quosdam eorum, tum transmissa per litteras insinuacione monstrarunt actencius supplicando quatenus, quia pro scandalo et discensione vitandis que pro rebus indivisis oriebantur sepius inter eos, ad subscriptam divisionem et certam concordiam devenerunt, videlicet ut idem prepositus et successores sui habeant amodo curiam de Megchelen et curiam de Duobus Montibus cum integritate sua et marccas decem et medietatem omnium placitorum in omnibus curiis; reliquas omnes vero curias canonici habeant cum universis proventibus et exerceant pleno iure, de eis sicut voluerint ad eorum comodum disponentes, divisionem et concordiam ipsam assensu nostro approbare et de nostra confirmare gratia dignaremur. Nos igitur quieti eorum providere volentes et actendentes insuper quod sublata de medio eorum materia discensionis et scandali, divino cultui devocius instudebunt, supplicacionibus suis duximus misericorditer annuendum; digno approbantes assensu et de nostra gratia confirmantes predictam divisionem et concordiam inter eos fac[ta]m gratuita et spontanea voluntate, videlicet ut prepositus et successores sui habeant amodo curiam de Megcheleng et curiam de Duobus Montibus cum integritate sua et marccash decem et medietatem omnium placitorum in omnibus curiis, reliquis vero curiis universis cum omnibus proventibus et medietate omnium placitorum cunctis eiusdem cappelle canonicis perpetuo reservatis. Presentis quoque privilegii actoritate mandamus quatenus nulla persona sublimis vel humilis, ecclesiastica vel mundana, contra presentis approbacionis et confirmacionis nostre paginam venire presumat. Quod qui presumpserit, centum marccash argenti se compositurum agnoscat, medietatem camere nostre et reliquam medietatem passis iniuriam persolvendam.

Ad huius autem approbacionis et confirmacionis memoriam et stabilem firmitatem presens privilegium fieri iussimus maiestatis nostre sigillo munitum.

Huius rei testes sunt: Siffridus, Maguntinus archiepiscopus, Bertoldus, patriarcha Aquilegensis, Euerhardus, Salzeburgensis archiepiscopus, Egbertus, Papimbergensis, Siffridus, Ratisponensis, imperialis aule cancellarius, Henricus, Wormaciensis, et .. Herbipolensis episcopi, .. abbas Sancti Galli, Albertus Saxonie, Otto Meranie, et Bernardus Karinthie duces, comes Henricus de Hortemberc, comes Sene, Warnerius de Bollandia, Gunzulinus, Godefridus et Conradus de Hohenlloc, Riccardus, camerarius, et alii quamplures.

Signum domini Friderici secundi, Dei gracia invictissimi Romanorum imperatoris semper augusti, (M) Ierusalem et Sicilieb regis.

Ego Siffridus, Ratisponensis episcopus, imperialis aule cancellarius, vice domini Siffridi, Maguntini archiepiscopi et tocius Germanie archicancellarii, recognovi.

Acta sunt hec anno dominice incarnationis millesimo ducentesimo tricesimo secundo, mense aprelis, quinte indiccionis, imperante domino nostro Friderico secundo, Dei gratia invictissimo Romanorum imperatore semper augusto, Ierusalem et Sicilie rege, anno Romani imperii eius duodecimo, regni Ierosolimitani septimo, regni vero Sicilie tricesimo quarto, feliciter. Amen.

Datum aput Ciuitatem in Foro Iulii, anno, mense et indiccionef prescribtis.

Traduction en néerlandais

Keizer Frederik II, koning van Jeruzalem en Sicilië, maakt bekend dat proost en kanunniken van zijn kapel van Sint-Servaas te Maastricht, zijn getrouwen, zaken hebben medegedeeld die zowel door enkelen van hen naar voren zijn gebracht als zijn toegezonden door oorkonden, waarbij ze hem nadrukkelijk verzoeken om de hierna genoemde verdeling en overeenstemming goed te keuren en bekrachtigen. Om een schandaal en onenigheid te vermijden die vanwege de onverdeelde zaken vaker onder hen zijn ontstaan, zijn zij tot de navolgende verdeling en een zekere overeenstemming gekomen, namelijk dat de proost en zijn opvolgers voortaan de bank van Mechelen en de bank van Tweebergen volledig bezitten, alsmede tien mark en de helft van de inkomsten van alle rechtszittingen in alle hoven; de kanunniken echter zullen alle overige hoven bezitten met alle opbrengsten en die met volledig recht exploiteren en daarover naar eigen goeddunken beschikken tot hun eigen voordeel. Aangezien de keizer voor hun rust wil zorgen en daarenboven overweegt dat ze zich, na het wegnemen van stof tot onenigheid en schandaal, met meer toewijding op de eredienst zullen toeleggen, keurt hij de genoemde verdeling en overeenstemming goed, die zonder kosten en vrijwillig tot stand is gekomen, en bevestigt deze. De verdeling houdt in dat de proost en zijn opvolgers voortaan de bank van Mechelen en de bank van Tweebergen volledig bezitten, alsmede tien mark en de helft van de inkomsten van alle rechtszittingen in alle hoven, en dat alle overige hoven met hun opbrengsten en de helft van alle rechtszittingen voor altijd voorbehouden zijn aan alle kanunniken van de Sint-Servaaskerk. Hij gelast ook dat wie dan ook het voornemen heeft om hiertegen in te gaan, honderd mark zilver moet betalen, de helft aan zijn schatkist en de helft aan degenen die het onrecht hebben ondergaan.

Keizer Frederik II heeft deze oorkonde bekrachtigd door het indrukken van zijn zegel.

Getuigen zijn: Siegfried, aartsbisschop van Mainz, Bertold, patriarch van Aquileia, Everard, aartsbisschop van Salzburg, Egbert, bisschop van Bamberg, Siegfried, bisschop van Regensburg, kanselier van het keizerlijk hof, Herman, bisschop van Worms, en de bisschop van Würzburg, de abt van Sankt Gallen, Adelbert, hertog van Saksen, Otto, hertog van Merano, en Bernard, hertog van Karinthië, Hendrik, graaf van Württemberg, de graaf van Sayn, Werner van Bolanden, Gunzelin, Godfried en Koenraad van Hohenlohe, Richard, kamerheer, en vele anderen.

Ondertekening door keizer Frederik II.

Siegfried, bisschop van Regensburg, kanselier van het keizerlijk hof, heeft de echtheid bevestigd uit naam van Siegfried, aartsbisschop van Mainz en aartskanselier van heel Duitsland.

Gedaan in april 1232.

Gegeven in Cividale del Friuli, in eerder geschreven jaar, maand en indictie.

Personnes mentionnées
Adelbert, hertog van Saksen
Bernard, hertog van Karinthië
Bertold, patriarch van Aquilea
Egbert, bisschop van Bamberg
Everard, aartsbisschop van Salzburg
Frederik II, keizer en koning van Jeruzalem en Sicilië
Godfried van Hohenlohe
Gunzelin
Hendrik, bisschop van Worms
Hendrik, graaf van Württemberg
Hendrik IV, rooms-koning en vanaf 1084 keizer als Hendrik III, echtgenoot van Berta
Koenraad van Hohenlohe
proost van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht
proost en kanunniken van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht
Otto, hertog van Merano
Richard, kamerheer
abt van Sankt Gallen
graaf van Sayn
Siegfried, aartsbisschop van Mainz en aartskanselier van Duitsland
Siegfried, bisschop van Regensburg, kanselier van het keizerlijk hof
Werner van Bolanden
bisschop van Würzburg
Lieux mentionnés
Cividale del Friuli
Malines-sur-la-Meuse
Tweebergen
Edition
Geertrui Van Synghel
Le texte suivant ne sera pas traduit lorsqu'une autre langue est sélectionnée
Partager ce certificat

partenaires

donateurs

La Famille Beijer
2025 WaarvanAkte.eu, une initiative de la Fondation Limburgse Oorkonden
Créé par Hive Collective