Partager ce certificat

Bref résumé

Le roi romain Henri V renouvelle et confirme, par l'intermédiaire d'Adelbert, son chancelier et prévôt de l'église Saint-Servaas de Maastricht, et à la demande des chanoines, les règles de droit précédemment écrites ainsi que l'échange de deux sabots à Maastricht, effectué vers 1076 par son père, l'empereur Henri IV.

Texte latin de la charte

(C) In nomine sancte et individue Trinitatis.

Heinricus, Dei gratia quintus Romanorum rex.

Notum sit universis ęcclesię catholicę filiis qualiter interventu fidelis nostri Adelberti, cancellarii et prepositi ęcclesię Sancti Seruatii in Traiecto, et communi peticione fratrum eiusdem ęcclesię asscriptas leges, antiquissimo tempore eidem ęcclesię traditas, in medium productas recepimus, postmodum coram multis principibus regni nostri et legittime renovandas in perpetuo corroborandas regia auctoritate decrevimus. Sunt autem hę:

(1) Si quis rusticus aliquam angariam prepositi ęcclesię vel fratrum de villa prosecutus fuerit, nullum forense iudicium sustinebit, sed etiam si reus fuerit, quamdiu in predictis ęclesię prepositi vel canonicorum detinetur obsequiis, eundo et redeundo* cum suis omnibus liber erit.

(2) Item si aliquis ministerialis prepositi famulus qui de familia ęccclesię fuerit vel beneficium ęcclesię de manu prepositi habuerit, sive apud villas sive in Traiecto manens, vel si alicuius canonici serviens proprius vel precio conductus, qui in cotidiana sua familia et in convictu suo sit, aliquid in civitate peccaverit, nullum forense iudicium sustinebit nisi publicus mercator fuerit. Sed si prepositi ministerialis fuerit in domo sua, si vero alicuius canonici serviens fuerit in refectorio Sancti Servatii forensi potestati vel cuicumque reus fuerit, domini sui conductu cuius cliens est, iudicio parium suorum claustralium servientium satisfaciet.

(3) Item si quis de convictu alicuius canonici vel clerici non fuerit, sed beneficium ab eo habuerit et homo eius fuerit et de villa servitii vel visitacionis gratia ad eum venerit, eundo et redeundo ab omni iure civili liber erit. Et si proclamatio in eum exorta fuerit, domini sui conductu* iudicio parium suorum satisfaciet proclamantibus.

(4) Villici ęcclesię et omnes officiales ministri de villis eorum et officiales ministri, scilicet pistores, coci, cellerarii, bretzedarius, campanarii et cęteri claustrales ministri, ab omni iure forensi et civili liberi erunt et in se proclamantibus conductu domini vel magistri sui satisfacient.

(5) Item cives in Traiecto qui curtilia fratrum vel molendina vel alias terras infra bannum eiusdem loci possident, si constitutis terminis censum dare neglexerint vel presumpserint, vocati a camerario in capitolium ubi investiri solent, ipsi coram fratribus de negligentia et presumptione iudicio parium suorum satisfaciant. Quod si satisfacere noluerint, terra quam possident ibidem eis abiudicetur. Si vero postquam abiudicata fuerit* eam per violentiam obtinere voluerint, querimonia de rebellione fiet coram iudicibus villę et ipsi inde eis pacem facient. Furta et pugnę, si in domo alicuius canonici contigerint, ipse dominus domus cum cęteris canonicis inde diudicet. Si infra officinas interioris claustri contigerint, decanus, si infra ęcclesiam aut atrium, inde prepositus iudicium faciet. Iudex autem villę nichil eorum quę infra emunitatem claustri vel atrii vel ęcclesię contigerint, iudicet neque in festo sancti Servatiif a mercatoribus infra emunitatem theloneum exiget vel aliquam iusticiam faciet.

(6) * Si quis suburbanus clericus domum hereditariam habuerit vel emerit et in eadem manserit, liberam ab omni iure civili obtineat.

(7) * Si quis clericum vulneraverit et ve[rb]eraverit*, synodali censura iudicetur. * Si* negaverit*, summo iudi[c]io se ex[p]urget.

Preterea peti[cione] ips[iu]s predicti cancellarii et fratrum ęcclesię peticione quandam commuta[tionem] d[uorum c]u[r]til[ium, triginta tri]bus an[n]is [a]n[t]e suscep[cio]nem regni nostri tempore patris nostri imperatoris factam, [a]mplius stabilem fore [dec]revimus: curtile quidem illud quod regię potestati pro alio in commutationem datum est, ad censum IIIIor solvit denarios; curtile vero illud quod de fisco regio datum est fratribus in commutati[o]nem, II [s]ol[vi]t den[a]r[i]os et est situm ad exitum claustri versus plateam quę ducit ad fluvium [Y]ecoram, habens in se domum fundatam cuius tercia pars in emunitate claustri consistit; curtile eti[a]m illud quod a fratribus in r[e]gi[um] f[iscum] datum est, in eadem etiam platea constat.

Et ut hec omnia tam in legum traditione et corroboratione et curtilium commutatione perpetuo stabilia et [in]convulsa permaneant,* hanc cartam inde conscribi fecimus et manu propria, ut subtus cernitur, corroborantes sigilli nostri impressione iussimus insigniri.

Signum domini Heinrici, quinti (M) regis Romanorvm.

Ego Adelbertvs, cancellarius, vice Rothardi, archicancellarii, recognovik.

Anno dominicę incarnationis M C VIIII, indictione II, anno autem domni Heinrici, quinti Romanorum regis, regni IIIIto.

Data*, actumm* feliciter in nomine Domini.

Traduction en néerlandais

Rooms-koning Hendrik V maakt bekend dat hij door tussenkomst van zijn getrouwe Adelbert, kanselier en proost van de Sint-Servaaskerk te Maastricht, en op gezamenlijk verzoek van de broeders van die kerk de op schrift gestelde rechtsregels heeft ontvangen die lang geleden aan de kerk zijn overgedragen, nadat ze beschikbaar waren gesteld. Vervolgens heeft hij besloten die met zijn koninklijk gezag voor altijd te bekrachtigen ten overstaan van vele vorsten van zijn rijk en omdat ze op wettelijke wijze vernieuwd moesten worden. Het zijn de volgende regels:

(1) Indien een boer een transportdienst voor de proost of voor de broeders vanuit een dorp heeft verricht, zal hij geen enkel vreemd oordeel ondergaan; maar zelfs als hij gedaagde is geweest, zal hij vrij zijn om te komen en te gaan met al de zijnen zolang hij met die diensten voor de proost of de kanunniken bezig is.

(2) Indien een ministeriaal van de proost die deel uitmaakt van de familia van de kerk of uit de hand van de proost een leen van de kerk heeft gehad of verblijft in de dorpen of in Maastricht, of een eigen of ingehuurde dienaar van een kanunnik die bij zijn dagelijkse familie en in zijn huishouden verblijft, iets in de stad heeft misdaan, dan zal hij geen enkel vreemd oordeel ondergaan, behalve als hij openbaar koopman is geweest. Indien hij echter als ministeriaal van de proost in zijn huis of als dienaar van een kanunnik in de refter van Sint-Servaas voor een vreemde macht of voor wie dan ook gedaagd is, zal hij onder geleide van de heer van wie hij afhankelijk is, overeenkomstig het oordeel van aan hem gelijke claustrale dienaren genoegdoening verschaffen.

(3) Indien iemand geen deel heeft uitgemaakt van het huishouden van een kanunnik of een clericus, maar een leen van hem heeft gehad en zijn vazal is geweest en vanwege de dienst of voor een bezoek vanuit het dorp naar hem toe is gekomen, dan zal hij bij het komen en gaan vrij zijn van elk burgerlijk recht. Indien er een aanklacht tegen hem is, zal hij onder geleide van zijn heer overeenkomstig het oordeel van zijn gelijken genoegdoening verschaffen aan de aanklagers.

(4) De meiers van de kerk en alle dienstmannen uit hun dorpen, en de dienstmannen zoals bakkers, koks, keldermeesters, brouwer, klokkenluiders en de overige claustrale dienstmannen, zullen vrij zijn van elk vreemd en burgerlijk recht en aan de klachten onder geleide van hun heer of meester genoegdoening verschaffen.

(5) Indien burgers van Maastricht die hoeven van de broeders of molens of andere gronden binnen het rechtsgebied van die plaats bezitten binnen de vastgestelde termijnen hebben verzuimd cijns te betalen of dat van plan waren, worden zij door de beheerder van de financiën opgeroepen in de kapittelzaal waar zij in het bezit van die goederen plegen te worden gesteld, om ten overstaan van de broeders ten aanzien van dit verzuim genoegdoening te verschaffen overeenkomstig het oordeel van hun gelijken. Indien zij daaraan niet hebben willen voldoen, zal hun de grond die zij daar bezitten worden afgenomen. Indien zij die afgenomen grond echter met geweld hebben willen terugnemen, zal er een aanklacht wegens weerstand worden ingediend bij de rechters van de stad, die daarover vrede zullen maken. Indien diefstallen en gewelddaden hebben plaatsgevonden in het huis van een kanunnik, zal de heer des huizes daarover samen met de overige kanunniken oordelen. Indien die diefstallen en gewelddaden binnen de dienstruimten van het claustrum hebben plaatsgevonden, zal de deken daarover een oordeel vellen; indien die binnen de kerk of het kerkhof hebben plaatsgevonden, zal de proost dit doen. De rechter van Maastricht zal echter over niets oordelen wat binnen de immuniteit van het claustrum heeft plaatsgevonden, noch zal hij tijdens het feest van Sint-Servaas van de kooplieden binnen de immuniteit tol heffen of een of andere rechtszaak aanspannen.

(6) Indien een clericus die in de voorstad woont een erfelijk huis heeft of koopt en daarin woont, dan mag hij dat vrij van elk burgerlijk recht bezitten.

(7) Indien iemand een clericus heeft verwond of geslagen, zal hij door de kerkelijke rechtspraak worden beoordeeld. Indien hij heeft ontkend, zal hij zich zuiveren voor de hoogste rechtbank.

Rooms-koning Hendrik heeft bovendien besloten op verzoek van kanselier Adelbert en de broeders van de Sint-Servaaskerk dat de door het rijk aangegane ruil van twee hoeven die drieëndertig jaar geleden gedaan is ten tijde van zijn vader, de keizer, bestendiger moet zijn: de hoeve die in ruil aan de koninklijke macht is afgestaan, betaalt een cijns van vier penning; de hoeve die uit het koninklijk domein in ruil aan de broeders is afgestaan, betaalt twee penning en is gelegen aan het einde van het slot in de richting van de straat die naar de Jeker leidt, met daarbinnen een huis waarvan een derde deel binnen de immuniteit van het slot staat; de hoeve die door de broeders aan het koninklijk domein is afgestaan, is gelegen in dezelfde straat.

Opdat alles, zowel met betrekking tot de overlevering en bekrachtiging van de rechtsregels als ten aanzien van de ruil van hoeven, eeuwig bestendig en onaangetast blijft, heeft Hendrik deze oorkonde eigenhandig bekrachtigd door het indrukken van zijn zegel.

Ondertekening door rooms-koning Hendrik V.

Adelbert, kanselier, heeft de echtheid bevestigd uit naam van Rothard, aartskanselier.

Gegeven in 1109.

Personnes mentionnées
Adelbert, kanselier van rooms-koning Hendrik V en proost van de Sint-Servaaskerk te Maastricht
Hendrik IV, rooms-koning en vanaf 1084 keizer als Hendrik III, echtgenoot van Berta
Hendrik V, rooms-koning
burgers van Maastricht
rechter van Maastricht
broeders van de Sint-Servaaskerk te Maastricht
dienstmannen van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht
familia van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht
kanunniken van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht
meiers van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht
ministeriaal van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht
proost van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht
ministeriaal van de proost van het Sint-Servaaskapittel van Maastricht
Rothard, aartskanselier van rooms-koning Hendrik V
Lieux mentionnés
Jeker
Maastricht
réfectoire du chapitre de Maastricht de Saint Servatius
Edition
Geertrui Van Synghel
Le texte suivant ne sera pas traduit lorsqu'une autre langue est sélectionnée
Partager ce certificat

partenaires

donateurs

La Famille Beijer
2025 WaarvanAkte.eu, une initiative de la Fondation Limburgse Oorkonden
Créé par Hive Collective