Bref résumé
Les échevins de Maastricht ont donné mandat à Jan van Wyck, moine de l'abbaye du Val-Dieu (à Aubel), d'acheter à Gérard van Stella, au nom et au profit de l'abbaye, un cijns annuel de deux marks Luiks, établi sur la maison appelée van Stella (à Maastricht).
Texte latin de la charte
Baldewinusa de Molendino, Godefridus Florentii et Gerardus Gosmari, scabini Traiectenses, presentium testimonio cum nostrorum appensione sigillorum protestamur quod interfuimus, vidimus et audivimus tamquam scabini ad hoc specialiter vocati et testes adhibiti ubi frater Iohannes de Walle Dei dictus de Wich in nostra presentia constitutus ad opus sui abbatis et conventus Wallis Dei emit erga Gerardum dictum de Stella duas marchas Leodiensis annui census recipiendas annuatim in bonis suis, videlicet in domo sua, dicta de Stella, scilicet dimidietatem in Nativitate Domini et alteram dimidietatem in Nativitate beati Iohannis Baptiste. Et hoc facto idem Gerardus, eius uxor et eorum pueri dictum censum, venditum ad opus fratris Iohannis nomine sui abbatis et conventus, unanimiter effestucaverunt et werpierunt, et tantum tempore venditionis fecerunt quod satisfactum fuit per omnia. Warandiam facere et omnem rationabilem querelam deponere infra annum et diem promisit idem Gerardus dicto fratri Iohanni nomineb sui abbatis et conventus. Et pro huiusmodi omnibus conditionibus firmiter observandis idem Gerardus omnia bona sua mobilia et hereditaria, ubique locorum sita, prenominato fratri Iohanni et abbati predicto obligavit.
Actum feria secunda ante beati Iacobi apostoli, anno Domini Mo CCo septuagesimo primoc.
Traduction en néerlandais
Boudewijn de Molendino (van de Molen), Godfried, (zoon) van Florens, en Gerard, (zoon) van Gosmar, schepenen van Maastricht, maken onder aanhanging van hun zegels bekend dat zij als schepenen aanwezig waren en hebben gezien en gehoord dat Jan van Wyck, monnik van Val-Dieu, ten behoeve van abt en convent van Val-Dieu een jaarlijkse cijns van twee mark Luiks heeft gekocht van Gerard van Stella, te ontvangen uit zijn huis, genaamd van Stella, te betalen op Kerstmis en op 24 juni. Hierna hebben Gerard, zijn vrouw en hun kinderen unaniem afstand gedaan en afgezien van deze verkochte cijns ten behoeve van broeder Jan in naam van zijn abt en convent en zij hebben bij de verkoop zoveel gedaan dat aan alle eisen is voldaan. Gerard heeft aan Jan ook beloofd vrijwaring te verstrekken en elke redelijke klacht binnen jaar en dag af te doen. Om alle bedingen goed na te leven, heeft Gerard al zijn roerende en erfgoederen ten behoeve van Jan en de abt als onderpand gesteld.
Gedaan op 20 juli 1271.
Nadere toelichting
Lees meerpartenaires
donateurs
.avif)
