Bref résumé
Les échevins de Maastricht certifient que Jutta, béguine, fille de Reinier van Susghen, a renoncé à un coen annuel de quinze shillings liégeois et un chapon, comme mentionné dans la charte transfigurée datée du 23 octobre 1293, au profit du doyen et du chapitre de Sint-Servaas à Maastricht pour les festivités instituées par Jan, prêtre, ancien maître d'hôtel, à l'occasion de la fête de Sainte-Barbe, et pour la célébration de son année.
Texte latin de la charte
Nosa Florentius et Albertus Colsop, scabini Traiectenses, presentibus protestamur ut scabini quod Iutta, beghina, filia quondam Reneri de Susghen, coram nobis personaliter constituta, quindecim solidis Leodiensis et uni caponi annui census, de quibus mentio fit in litteris presentibus annexis, eo modo et iure quibus possidet et tenet, effestucando renunciavit expresse ad opus venerabilium virorum .. decani et capituli ecclesie Sancti Seruacii Traiectensis, ita ut in festa que dominus Iohannes, quondam magister hospitalis Sancti Seruacii Traiectensis, presbiter, in die beate Barbare singulis annis fieri statuit et ordinavit ob reverenciam et honorem ipsius beate Barbare, ac eciam in ipsius domini Iohannis anniversarium convertantur.
Datum anno Domini M° CC° nonagesimo quarto, feria sexta post Nativitatem beati Iohannis Baptisteb.
Traduction en néerlandais
Florens en Olbert Colsop, schepenen van Maastricht, maken bekend dat ten overstaan van hen Jutta, begijn, dochter van wijlen Reinier van Susghen, afstand heeft gedaan van een jaarlijkse cijns van vijftien schelling Luiks en één kapoen, zoals vermeld in de aangehechte oorkonde, op de wijze en met het recht waarmee zij deze cijns houdt, ten behoeve van deken en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht om uit te keren bij de feestelijkheden die Jan, priester, gewezen gasthuismeester van Sint-Servaas, jaarlijks heeft ingesteld op het feest van de heilige Barbara, en voor zijn jaargetijde.
Gegeven op 25 juni 1294.
Nadere toelichting
Lees meerpartenaires
donateurs
.avif)
